Korte historie van het Sanatoriumbos
HOE DE GROENE LONG VAN ZEIST-NOORD DE WONINGDRIFT VAN DE GEMEENTE TOT NU TOE KON OVERLEVEN
Gerard Poolman / mei 2005, geactualiseerd 2022
INHOUD ARTIKEL
1 ONDERDEEL VAN EEN GROOT BOSGEBIED
2 BEBOSSING
3 HET CHRISTELIJK SANATORIUM VOOR ZENUWLIJDERS
4 RONDOM INGEBOUWD
5 THORBECKEPARK
6 STAATSLIEDENKWARTIER
7 VOLLENHOVE
8 SCHERMERSLAAN
9 NIEUWE GROTE BEDREIGINGEN AFGEWEND
10 WARANDE EN PARMENTIERSLAND
11 LAATSTE BEDREIGINGEN?
12 EN HET BOS……
Bronnen
Nawoord
1. ONDERDEEL VAN EEN GROOT BOSGEBIED
Tot 1960 was het Sanatoriumbos nog onderdeel van een groot natuurlijk areaal, een groot bosgebied met stuifzanden en heidevelden; de Utrechtse heuvelrug. Dit is heel fraai te zien op de Topografische kaart 1:50.000 uit 1847 blad 32C. Hier zien we dat de Oude Arnhemseweg en de Oude Woudenbergse Zandweg (nu ongeveer het fietspad langs de Dreef) er al liepen. Ma Retraite was er al, maar Zeist lag nog ver weg.
Ook is op dit kaartje goed te zien hoe het Sanatoriumbos onderdeel is van de stuwwal uit het Salien (de voorlaatste ijstijd van 238.000-126.000 jaar geleden). Het smeltwater van de grote ijsmassa liep ooit over dit gebied naar de Kromme Rijn, hierdoor ontstond er aan deze zijde van de heuvelrug een heel zacht-glooiende helling. Deze hellingen zijn in en na de laatste ijstijd het Weichselien (van 115.000 jaar – ruim 10.000 jaar geleden) bedekt met een dikke laag stuifzand (dekzand) opgewaaid vanuit de toen droogliggende Noordzeegebied
In de middeleeuwen en daarna zijn hier als gevolg van boskap en strooiselroof door afplaggen van heiden zandverstuivingen met stuifduinen ontstaan. Die zijn nu nog steeds goed te zien zijn in het Sanatoriumbos. Zoals in “Het dorp Zeist” (*2) valt te lezen liet de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV in 1672 dit heidegebied achter Zeist door zijn leger bezetten. In 1787 vestigde zich op de legerplaats bij Zeist, toen gelegen ter hoogte van het huidige Sanatorium, een steeds groeiende legermacht, die aanvankelijk 3.000 à 4.000 man sterk was, maar later verdubbeld bleek te zijn. Dit legerkamp verplaatste later richting Austerlitz en Soesterberg; Kamp Zeist. Al met al een plek met een rijke historie.
Van nature groeide er op de zandgronden van de Veluwe en de Heuvelrug eiken-, berken en beukenbos. Door de bevolkingstoename in de Gouden eeuw is er veel bos verdwenen voor bouwactiviteiten en als brandhout. Ook de scheepsbouw vergde heel veel eikenhout, waardoor in deze streken veel bos verdween. Verder werd bos gekapt om weide (heide) gebieden voor de schapen te creëren.
Zeist, 1690 wegenkaart
Doordat de herbebossingen van de droge zandgronden in de omgeving van Zeist al een paar eeuwen geleden begonnen, werd deze gemeente reeds in de loop van de negentiende eeuw een aantrekkelijke vestigingsplaats. Omstreeks 1900 was de bebouwde kom van Zeist zelfs voor een belangrijk deel omgeven geraakt door een uitgestrekt aaneengesloten bosareaal, waar men tot op enkele kilometers van het dorp nauwelijks bebouwing aantrof. Vooral in verband met de betrekkelijke nabijheid van een relatief grote stad als Utrecht wilden velen dan ook in Zeist gaan wonen.
Onvermijdelijk zou dit al vroeg tot een sterke aantasting van de bossen gaan leiden. De grootschalige bebossingen verleidden dus tot activiteiten, die het resultaat ervan weer voor een belangrijk deel teniet deden. Zeist behoort daardoor tot de gemeenten
waar de afgelopen eeuw zowel in relatieve als absolute zin veel groen verdween. Flinke aaneengesloten oppervlakten onbebouwd gebleven bos komen inmiddels op het grondgebied van Zeist dan ook nog slechts lokaal voor. Die ontwikkeling zet zich nog steeds voort waardoor het oppervlak bos steeds verder wordt aangetast. Zo is er in de provincie Utrecht de afgelopen 20 jaar ca. 5% van het bosgebied verdwenen. Het is de enige provincie in Nederland waar geen bos is bijgekomen.
Na de aanleg van de Amersfoortseweg in 1653 werd het duingebied ten zuiden van de Amersfoortseweg bebost. In het gebied begrensd door de Amersfoortseweg, de Panweg, Schaerweijdelaan, Oude Arnhemseweg en Utrechtseweg lagen drie bossen: het ‘Bos van Vollenhove’, het ‘Sanatoriumbos’ en het ‘Patijnbos’. Alle drie de bossen zijn in de vorige eeuw ernstig in hun bestaan aangetast.
Omstreeks 1900 was er in dit uitgestrekte bosgebied nog niet veel bebouwing te vinden. De Oude Woudenberse Zandweg, een verhard zandpad, liep er dwars doorheen. Vanaf de Utrechtse weg liep langs Ma Retraite de Engweg, die in 1900 Schapendrift heette, de huidige Sanatoriumlaan.
Ten westen van de Sanatoriumlaan lag ‘De Eng’, de akker met een ‘potstal’ voor schapen. Een dergelijke akker werd vruchtbaar gehouden door schapenmest. Tot 1909 stond hier ook de schaapskooi. Tussen het Sanatoriumbos en het Patijnbos was een strook heide of gras, de Gemene Schaapsdrift van Zeist. Die kwam in de buurt van de huidige Panweg uit op de Gemene (gemeenschappelijke) Heide. Dwars hierop liep er nog een zandpad door het Sanatoriumbos en het Bos van Vollenhove naar De Pan. Het laatste stukje hiervan vormt nu de ingang van het ‘Panbos’.
3. HET CHRISTELIJK SANATORIUM VOOR ZENUWLIJDERS
Dit was de naam het ‘Christelijk Sanatorium in Zeist’, dat op 7 juli 1903 zijn deuren opende. Het statige gebouw was gelegen in een terrein dat bestond uit een ruim 60 hectare groot dennenbos. De tuinarchitecten Groenewegen en Zonen maakten het ontwerp voor het omringende park, waarbij vrijwel alle bestaande wegen, paden en andere structuren behouden werden. Men schrijft: “Bossen werden doorsneden door wandelpaden, zodat de verpleegden ruime gelegenheid hadden in de buitenlucht te verkeren.”
De oude naam van het Sanatoriumbos is ‘Het Parmentiersvak’. Het bos ontleende deze naam aan een vroegere eigenaar, Anthony Carel Parmentier, heer van Heeswijk, overleden te Utrecht in 1666. Door vererving en verkoop kwam het bos in 1828 in handen van G.A.G.Ph. baron van der Capellen, oud-gouverneur van Nederlands-Indië, die op de buitenplaats Vollenhove in De Bilt woonde. Deze was ook eigenaar van het aangrenzende bos tussen de Oude Woudenbergseweg en de (Oude) Amersfoortseweg, het ‘Klompjesvak’. Dit werd ook wel het ‘Bos van Vollenhove’ of, naar een andere eigenaar, Kluppelbos genoemd. Na het overlijden van Van der Capellen in 1848 verkochten zijn erven het bos aan Mr. J.L.H. van Roijen uit Achttienhoven, oud-burgemeester van Jutphaas. Van Roijen verkocht op zijn beurt het bos in 1873 aan J.P. van den Brink, die in 1901 het bijna 62 hectaren grote bos verkocht aan de ‘Vereniging tot christelijke verzorging van zenuwlijders in Nederland’, toen nog in Utrecht gevestigd. De oude naam Parmentiersvak raakte na de vestiging van het Christelijk Sanatorium spoedig in onbruik. In 1907 wordt al gesproken over het ‘Sanatoriumbos’.
Het bos wordt in de notariële akte uit 1901 omschreven als: ‘dennen- en eikenboschgrond met daarop staande vier woningen onder één dak met schuren, genaamd “de Vier Zinnen”, koepel of zomerhuis, boschwachters- of jagerswoning en schuur, voorts met alle daarop staande boomen en beplantingen en verder aanbehooren […]’.
Als ligging van het bos wordt in de akte opgegeven: ‘aan de Oostzijde van den Straatweg van Utrecht naar Zeist […] achter het landgoed “Ma Retraite'” en als belendingen: ’ten noorden door den Ouden Woudenbergschen Weg, waarlangs aan de overzijde eigendom ligt van de Erven van den Heer JJ. Kluppel, ten oosten door een weg van de gemeente Zeist, waarlangs aan de overzijde eigendommen van baron van Boetzelaar van Oosterhout, ten zuiden door de eigendommen van de gemeente Zeist en den Heer J.H. van Marwijk Kooij en den Ouden Arnhemschen Weg en ten westen door dienzelfden weg, waarlangs aan de overzijde de eigendommen van den heer FN. van der Muelen’. Het Sanatoriumbos werd dus (in klokrichting) begrensd door Oude Woudenbergse Zandweg, Panweg, Burgemeester Patijnlaan en Oude Arnhemseweg.
Het Sanatoriumbos werd ten tijde van de bouw van het Sanatorium nog aan alle kanten omringd door bos. In de decennia daarna rukte de bebouwing steeds verder op en slokte ook grote delen van het Sanatoriumbos zelf op. In 2005 is er van de oorspronkelijke 62 ha. nog zo’n 35 ha. over, waarvan 10 ha. door bebouwing van de instelling in beslag zijn genomen. Het eigenlijke Sanatoriumbos in nu ongeveer 25 ha. groot.
In de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw ontstond Patijndorp, het Patijnpark en de Dichterswijck. De gemeente Zeist heeft in 1919-1924 van de heer J.J. Clotterbooke Patijn van Kloetinge en zijn erven het Patijnbos (de oude naam van dit bos was ‘Het Vak’) kunnen aankopen om in de behoefte aan bouw-terreinen te kunnen voorzien. De naam die aan de nieuwe woonwijk werd gegeven, ‘Patijnpark’, herinnert aan de vroegere eigenaar. (Patijn was Burgemeester van Zeist van 1894 tot 1919) De achtertuinen van de Burg. Patijnlaan grensden destijds aan het Sanatoriumbos.
Het ‘Bos van Vollenhove’ en het ‘Sanatoriumbos’ bleven in particuliere handen en waren in tegenstelling tot het ‘Zeisterbos’ (Bos van Beek en Royen) niet toegankelijk (geweest) voor wandelaars. Daardoor konden zij meer het oorspronkelijke karakter bewaren.
5. THORBECKEPARK
In 1939 kocht de gemeente Zeist het gedeelte van het ‘Sanatoriumbos’ gelegen aan de Oude Woudenbergse zandweg en de Panweg ter grootte van vijf hectare. Het lag in de bedoeling dit bos voor de recreatie te bewaren. De vijver in het Thorbeckepark die in 1940 gegraven werd, maakt van dat plan een onderdeel uit. Hij diende c.q. dient tevens als overstortvijver voor de riolering. Van het in 1939 voor recreatieve doeleinden aangekochte vijf hectare grote bos, het huidige Thorbeckepark, werd in 1948 drie hectare als industrieterrein verkocht aan de firma ‘De Nederlandsche optiek -en instrumentenfabriek Bleeker’. Sinds 1979 is op dit perceel de Stichting Sociale Werkvoorziening Zeist gevestigd thans Biga Groep BV.
Nadien is het park steeds verder verkleind doordat in het park gebouwd werd: een wijkonderkomen voor de plantsoenendienst (circa 1960) en een clubgebouw (1972), Thorbeckelaan 5. In 1971/1972 werd het gedeelte van het park gelegen tussen de P.J. Oudlaan, De Dreef, Panweg en Thorbeckelaan bebouwd met woningen. Aan de P.J. Oudlaan, hoek Thorbeckelaan werd in die jaren ook nog een parkeerterrein aangelegd voor een tiental auto’s.
Het deel van het ‘Sanatoriumbos’ ter grootte van ruim elf hectare, (ten zuiden van het in 1939 aangekochte deel, in het noordoosten grenzend aan de Panweg) werd in 1948 door de gemeente aangekocht. Dit heidegebied was al in de oorlogsjaren vrij toegankelijk, er groeiden weinig bomen. Tegen het einde van de oorlog waren ook alle stronken die er nog stonden verdwenen, ze werden door de omwonenden als brandhout gebruikt.
De aankoop van dit deel van het oorspronkelijke ‘Sanatoriumbos’ was in het belang van de volkshuisvesting. In deze jaren heerste er grote woningnood, in veel huizen woonden twee gezinnen. In het begin van de vijftigerjaren van de vorige eeuw werd hier het Staatsliedenkwartier gebouwd. Eind jaren ’90 van de vorige eeuw is deze wijk grondig gerenoveerd en zijn er diverse straten bijgekomen. Op de hoek van de Oldenbarneveltlaan en de Thorbeckelaan kwam een speeltuin met voetbalveld met de naam ’t Barneveltje.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd de wijk Vollenhove gebouwd in een deel van het bos van Vollenhove. Ook moest hiervoor weer een stuk ‘Sanatoriumbos’ wijken, nu in de Noord-West-hoek. Hier moest een stuk fraai beukenbos worden gekapt om de Dreef door te kunnen trekken naar de Utrechtseweg.
Dat dit niet zomaar ging lezen we in het personeelsblad van het Sanatorium: “Intussen zijn er weer strubbelingen begonnen met het gemeentebestuur, dat grote delen van het sanatoriumterrein nodig heeft voor verdere woningbouw, nadat het Staatsliedenkwartier er alweer een grote hap van had afgenomen. Het komt zelfs tot een beroep op de Kroon, waaruit een gunstige beslissing voortkomt. Dan kan men opnieuw gaan onderhandelen met de gemeente, om betere voorwaarden te verkrijgen.”
Als compensatie mochten er meer gebouwen op het terrein komen. Tussen de Dreef en het Sanatoriumbos werd een voetpad en een fietspad aangelegd, deels over het oude traject van de oude Woudenbergse Zandweg.
Begin jaren ‘80 werd er de autosnelweg A28 aangelegd door de rand van het resterende het bos van Vollenhove. De snelweg liep zo vlak langs Vollenhove en de Pedagogenbuurt dat er een Zwitsers aandoend overhangend geluidsscherm nodig was. De weg is halverwege de jaren ’80 in gebruik genomen.
In de jaren ‘90 werd hier ook nog de Componistenbuurt gebouwd, op de plaats van voormalig bosbad ‘Mooi Zeist’.
De A28 die inmiddels 3 rijstroken per richting heeft, is zo’n drukke weg dat er regelmatig nog files staan. De aangrenzende buurten maken zich terecht druk over de luchtvervuiling en geluidsoverlast.
8. SCHERMERSLAAN
Na weer uitgebreide onderhandelingen (op het scherp van de snede) met de gemeente werd er begin jaren ‘70 nog een ‘laatste‘ rand van het Sanatoriumbos afgehaald om de Oldenbarneveltlaan door te trekken naar de Sanatoriumlaan. Hiervoor moesten de voormalige directeurswoning en paviljoen 4 verdwijnen. Men wilde eerst de Oldenbarneveltlaan doortrekken, vlak achter de tuinen van de Burg. Patijnlaan langs. Na veel protesten van de bewoners kwam de Schermerslaan tussen het Sanatoriumbos en de 3-hoge galerijflats te lopen. die flats werden door de Katholieke Woningbouwvereniging langs de Schermerslaan gebouwd. De Thorbeckelaan werd doorgetrokken en deze sluit nu met een knik aan op de Schermerslaan Daarmee ontstond een enigszins doorgaande route.
In 1972 komt de Personeelsflat (7-hoog) gereed. Ook worden in die tijd de wegen op het Sanatoriumterrein geasfalteerd en verschijnen er meer gebouwen op het terrein: in 1973 een paviljoen voor de nieuwe Geriatrische afdeling en in 1980 een nieuwe keuken. Langs het Sanatoriumbos en de Schermerslaan werd een fietspad aangelegd, deels over de oude heuveltjes die ook in het bos veelvuldig voorkomen.
9. NIEUWE GROTE BEDREIGINGEN AFGEWEND
In 1978 komt de gemeente Zeist voor het eerst met een groot, zorgvuldig plan over de toekomst van Zeist. Helaas is daarin sprake van woningbouw op 15 ha. aan de noordwestkant van het Sanatoriumbos, langs de Dreef. Door een amendement van het CDA kon deze bedreiging op het laatste moment worden afgewend. In dit amendement is er al sprake van dat het bos niet alleen een waarde heeft voor de patiënten, maar ook van belang is voor het groene karakter van Zeist. Het Sanatoriumbos wordt hier al ‘De Groene Long van Zeist-Noord’ genoemd.
Toch ligt de volgende bedreiging alweer op de loer. Er zijn grote veranderingen in de zorg, psychiatrische categorale ziekenhuizen moeten algemene psychiatrie gaan bedrijven. Dus voortaan niet uitsluitend psychosen en neurosenzorg, doch ‘alle’ psychiatrische ziektebeelden. Gevolg: fusies, verplaatsingen en sluitingen van instellingen. In 1981 wordt ook het Christelijk Sanatorium met sluiting bedreigd. De provincie wil een fusie met de Willem Arntz Stichting. De sluiting gaat niet door. Pas in 1992 wordt de fusie een feit als samen met de herstellingsoorden de ‘H.C. Rumke groep’ wordt gevormd. Begin 2000 is er weer een fusie, nu met de Riagg’s, er wordt een grote instelling (stichting) voor de Geestelijke Gezondheidszorg in deze regio gevormd: ‘Altrecht’.
10. WARANDE EN PARMENTIERSLAND
Intussen gaat er nog meer groen verloren. Eind jaren 70 wordt de Warande, een aantal studentenflats, gebouwd op de plaats waar vanaf 1909 de moestuin lag van het Sanatorium. Hier werden alle groenten en bloemen voor het personeel en de patiënten verbouwd en gekweekt tot de tuin in 1973 verhuisd werd naar de voormalige vloeivelden. Toen daar in 1994 gebouw Rintveld werd gebouwd en de Rotary hier, aan de rand van het bos, twee tennisbanen realiseerde verhuisde de tuin weer naar de huidige plek achter het hoofdgebouw.
In 1986 meldt het bestuur: “Het weiland aan de andere kant van de Oude Arnhemseweg staat met zijn 3,5 hectare bouwgrond al jarenlang in de belangstelling van de Gemeente Zeist, regelmatig werd er van de kant van de Gemeente, zowel schriftelijk als mondeling, op aangedrongen de onderhandelingen over de verkoop van het weiland te starten.”
In 1987 plaatst de Gemeente het Sanatoriumbos op hun lijst van “Gemeentelijke monumentale structuren in de gemeente Zeist”: Sanatoriumbos, park met buitenplaatskarakter
In de jaren 90 wordt duidelijk dat het hoofdgebouw verouderd is voor patiëntenzorg. Het rustieke uitzicht wordt in ieder geval niet meer zo van belang geacht. Er is nog steeds behoefte aan bouwgrond in Zeist en de gemeente stelt: of een stuk van het Sanatoriumbos, of de weilanden. In 1991 worden de weilanden aan de Gemeente verkocht en wordt daarmee het bos gespaard. De afspraak wordt gemaakt het Sanatoriumbos verder met rust te laten. Om dit (en de openheid naar de omgeving) te benadrukken wordt het Sanatoriumbos vanaf 1996 officieel opengesteld voor publiek.
Eind 1995 werd de buurt Parmentiersland gebouwd, waarmee het rustieke weiland met koeien voorgoed uit Zeist verdween. Gelukkig werd de rij prachtige kastanjebomen gespaard, evenals het niveauverschil van de grond. Dat niveauverschil was ontstaan door ontgronding ten behoeve van landbouw.
In het BeeldKwaliteisPlan-Zeist (BKP) van 2002 wordt het Sanatoriumbos (naast het Panbos en het Zeisterbos) genoemd als een van de drie grote aaneengesloten groenelementen die bijdragen aan de herkenbare identiteit van Zeist. Het is volgens dit plan een gebied waar intensieve kwaliteitszorg voor geldt. (naast gebieden met selectieve of normale kwaliteitszorg)
In 2003 wordt er nog een stuk van het Noordwestelijke beukenbos gekapt voor de bouw van een knalgroen rond gebouw (door de bevolking ‘donut’ genoemd) om hierin een afdeling uit Utrecht te plaatsen. De patiënten hebben van binnenuit aan alle kanten fraai uitzicht op heilzaam bos. Voor de omgeving was en is het even wennen. Aangezien de fraaie oude beuken al waren gekapt voordat de vergunning rond was wordt dit voor de gemeente mede aanleiding de boom-kapverordening te herzien.
In juni 2004 wordt het de omwonenden duidelijk dat de gemeente toch alweer plannen heeft gemaakt een stuk van het Sanatoriumbos te bebouwen. Al in september 2003 heeft B&W de intentie om langs de Schermerslaan en Thorbeckelaan een strook van 3,5 ha. tot woonwijk om te vormen. Het blijkt een ingewikkeld verhaal te worden; er zouden onder meer 10 woningen komen voor huisvesting van een deel van de verstandelijk gehandicapte cliënten van Dennendal (van Reinaerde-Den Dolder).
Daarbij nog 90 gewone woningen, een integratieproject met de naam Buurtschap. Omdat daarna Dennendal in Den Dolder terug aan de natuur zou kunnen worden gegeven wordt deze, als ruil gebrachte, aantasting van het Sanatoriumbos zelfs in het plan “Hart van de Heuvelrug” opgenomen, hoewel het voor de te realiseren ecologische verbindingszones niet van belang is. Wel dient hierdoor de rood/groen verhouding op het grondgebied van Zeist hetzelfde te blijven. Maar Zeist-Noord is bij verlies van een deel van haar Groene Long niet echt gebaat bij wat extra groen in Den Dolder. Dat laatste was overigens nog maar de vraag omdat Dennendal toen nog grotendeels groen was.
Enkele omwonenden richten de Werkgroep Behoud Sanatoriumbos (WBS) op, welke samenwerkt met de bewonersverenigingen van de Dichterswijk (BOGD), de Thorbeckelaan en omgeving en Parmentiersland. Deze werkgroep wist met een handtekeningenactie moeizaam een informatieavond af te dwingen in oktober 2004. Daar kamen massaal omwonenden op af en lieten hun protesten horen. Ook worden er gesprekken gevoerd met de plannenmakers (Reinaerde, Altrecht en de VOF – woningbouwverenigingen) en de Gemeente Zeist en werden er vele brieven geschreven. De WBS bezorgt een aantal keren een Nieuwsbrief in de omgeving en maakte een eigen website (www.sanatoriumbos.tk). Het was een politiek lastig verhaal omdat er in Zeist nogal wat partijen waren die de gemeente graag boven 60.000 inwoners willen houden en daarvoor woningen willen bouwen. Wel wilde (een gedeelte van) de politiek ook graag het groene karakter van Zeist behouden. Volgens de WBS en alle milieuorganisaties uit Zeist zou een woonwijk ter grootte van Parmentiersland het Bos onevenredig aantasten en zou er veel van het oorspronkelijke karakter verloren gaan.
Ook Altrecht zelf maakt eind 2004 een toekomstvisie voor het terrein waar het Sanatoriumbos niet ongeschonden van afkomt. Men wilde zelf in principe nog maar relatief kleine uitbreidingen van de bestaande gebouwen, misschien nog een nieuw gebouw. Slechts een klein deel hiervan komt buiten het deel van het terrein met maatschappelijke bestemming te liggen, net in het Sanatoriumbos, dat terecht volgens het bestemmingsplan de bestemming ‘Bos’ heeft. (het voorterrein met de gebouwen heeft een maatschappelijke bestemming met max. 20% bebouwing)
In februari 2005 wil de Monumentencommissie geen uitspraak doen over de ingediende bouwaanvraag voor een kleine uitbreiding van het gebouw bij de tennisbaan omdat er sprake is van “volstrekt ad hoc beleid, er moet eerst maar eens een structuurvisie komen”, aldus de commissie.
Hoewel het Bos in de loop der decennia behoorlijk veel kleiner is geworden en op zichzelf kwam te staan, is het wel uitgegroeid tot een heel mooi gevarieerd bos. Er is veel groenblijvende ondergroei en de flats van de Schermerslaan en Vollenhove blijven op afstand door tussenliggende wegen en groenstroken. Aanvankelijk bestond het bos vooral grotendeels uit grove dennen, fijnsparren en Amerikaanse eiken en douglas, thans zijn er ook inheemse eiken en beuken. In de loop der jaren zijn er veel soorten bijgekomen, door aanplant maar ook op een natuurlijke wijze, vooral door vogels. Er zijn veel meer dan honderd jarige grove dennen te vinden. Soms wat overschaduwd door de aangeplante Amerikaanse douglas. Maar er zijn nog veel andere soorten bijgekomen, zoals de coniferen (thuja’s) links achter de kapel. deze zijn geschonken door tevreden patiënten. De thuja’s hebben veel te leiden van de zomerse droogteperioden en zijn inmiddels grotendeels afgestorven. Hetzelfde geldt voor de Europese fijnsparren die hier de klimaatverandering en de daardoor ontstane plaag van de ‘letterzetter’ (schorskever) niet aankunnen. Het pad achter de Kapel komt uit op de in 1905 gebouwde boswachterswoning, met erachter een schuur waar tot 1975 varkens werden gehouden.
Heuvels
Naast de vele fraaie stuifheuvels vinden we achter in het bos een merkwaardig hoge heuvel met een trap van bielsen. Dit is geen natuurlijke heuvel zoals elders in het bos. Hier heeft vroeger een zeshoekige theekoepel op gestaan, met aan alle kanten openslaande deuren. Er liep een pad langzaam naar boven, in een spiraal naar de ingang. Over het toenmalige lagere bos heen kijkend was zowel de Domtoren als de Piramide van Austerlitz te zien. Ook kon men op de klok van de toren van de RK-kerk aan de Rozenstraat zien hoe laat het was. Bovenin de heuvel bevond zich een kelder waarin onder andere tijdens de winter de meubels werden opgeslagen. In de oorlog heeft er zelfs nog enkele maanden een gezin gewoond. Toch raakte de koepel in verval en werd deze uiteindelijk eind jaren ’40 gesloopt, de kelder werd volgestort met puin. De bielsen trap is in de zeventiger jaren aangebracht.
Weer dichterbij de bebouwing van Altrecht vinden we een door bos omsloten grote weide met aan de randen enkele half open bosnissen. Hier deden de patiënten en cliënten vroeger hun verplichte lichamelijke oefeningen. Dat gebeurde in de bosnissen apart voor mannen en vrouwen. Je kunt er overigens nog steeds sporters tegenkomen. De bosweide is verder ook een mooie picknickplek met rondom bruine beuken en andere prachtige bomen.
Water
De noordwestrand van het bos is in de loop der jaren uitgegroeid tot een, voor deze streek kenmerkend, beukenbos. In dit stuk bos is in 1971 een vijver gegraven, het enige water in het bos binnen het hekwerk. Daarbuiten ligt nog een grote vijver met een spreng die via een duiker onder de A28 leidt naar het Landgoed Vollenhove. Dit water zorgt voor de benodigde biodiversiteit in en rondom het bos
Oorlog
In de door de aanleg van de Dreef verdwenen noordwesthoek van het bos verstopten de Duitsers in de oorlog V2 raketten, die van hieruit overdag naar Scheveningen werden gereden om ze vanaf daar naar Engeland te lanceren. Hierdoor zijn er zelfs nog tegen het einde van de oorlog bommen op het bos gegooid. Een der tuinmannen, dhr. Toxopeus, kwam hierbij om het leven. Doordat laag gevlogen werd waren het meestal blindgangers, twee hiervan zijn vlak bij de Kapel neergekomen. In de oorlog speelde het Sanatoriumbos ook een rol in het verzet, er waren schuilplaatsen voor onderduikers en er was zelfs een ondergrondse schietbaan.
Beukenlaan
Vanaf het midden van het oude Sanatoriumgebouw loopt er een fraaie beukenlaan langs de geitenweide het bos in. Halverwege deze laan heeft vroeger ook nog een open theekoepeltje gestaan met een halfronde bank en een koperen dak. Nu staan daar nog twee bankjes eenzaam in het bos.
Behalve de beuken, Europese eiken en de grover dennen, fijnsparren en douglas vinden we in het Sanatoriumbos berken, lijsterbesbomen, lindes, acacia’s, esdoorns, laurierbomen, krentenboompjes, rododendrons en Amerikaanse eiken, kastanjes en zelfs tamme kastanjes.
Ondergroei
Onder de bomen is op enkele plaatsen nog heide te vinden, een overblijfsel uit de tijd dat dit gebied vooral uit woeste gronden bestond waar schapen rondliepen. Ook komen er bosbessen voor en vele soorten mossen, varens en wilde planten en bloemen/kruiden. En in de herfst zijn er vele soorten paddenstoelen en zwammen te vinden.
Een andere, zelfs voor Nederland bijzondere, ontwikkeling is de ondergroei van hulst, waarschijnlijk door vogels uit omringende tuinen via uitwerpselen verspreid. Voor vogels en andere kleine dieren als eekhoorntjes is het Sanatoriumbos een belangrijke “Stepping Stone” geworden, omdat dit het enige echte groengebied in Zeist Noord is dat nog over is van al het oorspronkelijke groen.
Verbazingwekkend
Het aantal wandelaars is behoorlijk toegenomen nu het Sanatoriumbos veel in de publiciteit komt. De vele gezinnen uit de omringende buurten genieten van een wandeling door dit nu nog prachtige bos waar je je snel midden in een groot bos waant en vaak nog weer een nieuw paadje kan ontdekken. Ook is het bijna verbazingwekkend hoe een zo relatief klein bos zoveel variëteit kan hebben.
Al jarenlang wordt het onderhouden volgens de normen van het Utrechts Landschap. Dit houdt onder andere in dat omgevallen bomen, die niet in de weg liggen, gewoon blijven liggen, deze leveren woonplaats en voedsel voor insecten e.d. waar de vogels weer van kunnen profiteren. Dat er op enkele plekken erg veel gekapte bomen liggen heeft als reden dat in het uitgedunde bos de ondergroei zo meer kans krijgt.
Waardevol
Alles bij elkaar een voor mensen, dieren en planten -en voor de hele groene gemeente Zeist- waardevolle plek die gekoesterd dient te worden. Reeën zijn er sinds de insluiting door gebouwen in de 60er jaren van de vorige eeuw niet meer gezien.
1 Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000 West-Nederland 1839-1859
Wolters-Noordhoff, 1990, ISBN 9001 962300.
2 L. Visser, Het dorp Zeist, Vonk/uitgevers, Zeist 1980, ISBN 90 0413 213.
3 kaarten van het Zeister Historisch Genootschap, Van de Poll Stichting
(www.zeist-historie.nl) nummers 75, 81, 104, 135, 139, 146.
4 Gemeente archief Zeist en (www.zeist.nl).
5 R.P.M. Rhoen, ‘Meer hôtel dan hospitaal’. Een beeld van de oprichting en de bouw van het Christelijk Sanatorium in Zeist. Seijst. p. 13-32 Speciale uitgave (2003) “Het Christelijk Sanatorium 1903-2003 ” door de Van de Poll Stichting.
6 R.P.M. Rhoen, De geschiedenis van het Sanatoriumbos (concept).
7 SANTé Magazine, Aug. 1978 Uitgave te gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het
Christelijk Sanatorium voor neurosen en psychosen te Zeist.
8 H.A.Visscher, brief aan de gemeenteraad Zeist 10-1-2000 namens de Stichting Nationaal Landschapskundig Museum En Documentatiecentrum Telluris, Dordrecht.
9 L. Vastbinder en L. de Schipper, maart 1993, IVN-werkstuk “Het Sanatoriumbos Zeist”
10 Beeldkwaliteitsplan Zeist. uitgave Gemeente Zeist 2002.
11 F. Bannink-Los en R. Werner, Binnen de palen. Een historische wandelroute over het
Sanatoriumterrein, uitgegeven door Altrecht.
12 Gesprekken met oude buurtbewoners en oud-medewerkers van het Sanatorium.
Als lid van de Werkgroep Behoud Sanatoriumbos (www.sanatoriumboszeist.nl) kwam ik zoveel materiaal tegen over de historie van het Sanatoriumbos dat het zinvol leek dit samen te vatten. De kaarten die ik bij het Zeister Historisch Genootschap mocht inzien en fotograferen waren hierbij een verdere aansporing. Daarnaast voerde ik een aantal gesprekken met oude buurtbewoners en (oud-)medewerkers van het Sanatorium die het verhaal nog verder konden aanvullen en leverden diverse mensen bruikbaar commentaar op de conceptteksten. Hierbij dank aan: W. van Hunnik, F. Bannink, dhr. Offerman, G. de With, RP.M. Rhoen, W.F. Furster, P. Kramer, dr. H.A. Visscher en vele anderen.
De geschiedenis is nooit af, en zeker die van een historisch bos binnen de bebouwde kom van Zeist. Toch is het te hopen dat er niet nog een hoofdstuk 13 aan dit verhaal hoeft te worden toegevoegd.
Gerard Poolman
What Is a Story and Why You Need to Tell Them Going back to basics in this post to explore the most basic definition of story and why they make coanmnicmtious more compelling.
Prachtige samenvatting van de historische ontwikkeling van dit karakteristieke monument van Zeist. Ik groeide op in het Staatsliedenkwartier, Dr. Bosplein 1, waar ik tot mijn elfde jaar woonde. Het Sanatoriumbos was toen niet toegangkelijk evenmin als het Vollenhovebos, wat niet wil zeggen natuurlijk dat we daar nooit kwamen 😉 Op het veld aan de Van Oldenbarneveldtlaan stonden altijd het circus Boltini en de kermis en werd ook voor recreatie gebruikt.
De bossen, Dijnselbos en Panbos, waren ons speelterrein, evenals de vijver en heuvel aan de Thorbeckelaan naast de Bleeker fabriek (Nedoptifa) die niet meer bestaat (een pdf document is hiervan op internet te vinden).
Het is erg triest om te zien hoe al het groen langzaam maar zeker omgezet wordt in geld door allerlei belanghebbende instanties. De jeugd wordt gedwongen om zich met een portable telefoon te vermaken met alle negatieve gevolgen voor onze samenleving. Voor veel lieden is natuur slechts dan interessant als het omgezet kan worden in geld om de bankrekening te spekken. Het is echter een essentieel onderdeel voor de mens om te kunnen overleven. Beton vormt geen leefmilieu voor alle fauna en flora die moeten kunnen gedijen om te overleven. Slechts bomen en planten vormen een biotoop waar alle soorten dieren in kunnen leven.
Natuurbescherming is daarom van het UITERSTE belang.
Bravo voor het initiatief om dit stuk bos voor de toekomst veilig te stellen !!
Zo’n bos moet behouden worden inderdaad als groene long tussen de wegem , er gaat nu ws ook al gebouwd worden in het vollenhove park weer minder groen
Top artikel!